Ooit was er een keizer; hij heette keizer Chi-zo-chi. Hij was de rijkste keizer in China ooit. Dat was niet zo gek, hij pakte al het geld van zijn volk af. De burgers werden armer en armer terwijl hij rijker werd. Hij had wc papier van goud, zijn paleis was 32,519 km2 hij had duizenden vrouwen en honderden kamers terwijl zijn volk het moest doen met zelfgemaakte tenten.
Op een dag zat de keizer op zijn troon. Het was 's nachts; de keizer kon niet slapen. Opeens hoorde hij een raam breken in zijn kamer. Hij liep er snel naar toe om te kijken. Het raam was inderdaad gebroken. Hij zag wat op de grond liggen; een stuk bamboe! Hij pakte het op en keek door het gebroken raam. Hij zag een panda hoog in de boom zitten. 'Hey lief pandaatje, gooide jij dit stuk bamboe door het raam? Nooit meer doen of je bent decoratie in mijn paleis!'
De panda keek de keizer dom aan en zei: 'Nou leuke begroeting, de bamboe schoot per ongeluk uit mijn mond.' 'Jij praat?' vroeg de keizer met open mond. 'Ja, begon de panda, nu snap ik dat uw volk zo verdrietig en arm is. Ik ben Yin trouwens en mijn broer heet Yang. Mijn broer kijkt al dagen naar uw volk en ik naar u. We hebben gezien dat u geen vriendschap heeft met uw volk. U kunt toch ook wat geld geven aan uw volk?' 'Nee! antwoordde de keizer. Waarom zou ik dat doen dan heb ik er toch niks meer aan?' 'Mijn broer kijkt naar uw volk ging Yin verder, als u niks geeft binnen een week gaat u van uw troon af.'
De keizer luisterde niet en een week ging voorbij. Hij werd wakker door geschreeuw. Hij kwam naar buiten en zijn hele volk stond daar. Mensen klommen op het paleis. Keizer Chi-zo-chi werd gewoon Chi-zo-chi
De volgende dag kwamen Yin en Yang langs. Yang begon: 'we hadden je gewaarschuwd.' 'We kunnen niks meer voor je doen' vulde Yin aan. Chi-zo-chi stortte neer in tranen en de panda's verdwenen. Chi-zo-chi had niets meer. bijna overal was hij verbannen en waar hij mocht komen lachten ze hem uit. Hij stierf door eenzaamheid. Niemand heeft nog over hem gehoord. Tot op een zekere dag, maar dat jongens en meisjes, dat is weer een ander verhaal.
Sheila Blüm
Sheila Blüm