Het Chinese schrift is ontstaan toen de eerste keizers van China de baas waren. Dat was rond 5000-4000 voor Christus.
Als een keizer zat met een dilemma, vroeg hij hulp aan een waarzegger. Het antwoord van de waarzegger ontstond zo: hij verhitte een punt van een pen en drukte die in een bot van een os of een schild van een schildpad. Zo ontstonden dus een soort tekens. De waarzegger keek naar de creatie en vertelde hoe hij die interpreteerde. Als het teken leek op een berg, dan zou er dus iets gebeuren met een berg. De waarzeggers leidden hun voorspelling af uit de tekens.
De tekens die we nu kennen zijn net als bij de waarzeggers afgeleid van de realiteit. Dus een teken voor een boom, lijkt op een boom. En een teken voor een berg, lijkt op een berg, enzovoort.
Het Chinese schrift
Ons schrift bestaat uit letters, het Chinese schrift bestaat uit karakters. Die worden nog steeds gebruikt, maar veel mensen schrijven ook in het pinyin, een ander Chinees schrift. Het zit namelijk zo; het Chinese schrift heeft geen alfabet, maar alleen karakters. Die karakters hebben allemaal een uitspraak, een klank, zodat je ze kan uitspreken. Als je die uitspraak van het karakter fonetisch opschrijft heet dat pinyin.
Er bestaan ongeveer 50.000 karakters.
Een gemiddelde Chinees gebruikt maar zo’n 3000 tot 4000 karakters, een hoog opgeleide Chinees zo’n 6000 tot 8000 karakters. Om een krant te lezen moet je zo’n 2000 tot 3000 karakters kennen.
In China zijn meer dan 30 schriftvormen in gebruik. Het klassieke Chinese schrift heet ‘wényán’.
Je zou zeggen dat het Chinese schrift heel moeilijk is. In feite valt dat best mee, het is eigenlijk makkelijker dan Nederlands. Het Chinese schrift heeft namelijk voordelen: het heeft geen lidwoorden, geen werkwoorden én kent geen meervoud.
In China wordt momenteel dus veel geschreven in pinyin. Toch gaat het klassieke Chinese schrift niet verloren. Het is in China namelijk een ware kunstvorm. Het heet kalligrafie. Kalligrafie is als je met een kwast/stift die speciaal voor kalligrafie gebruikt word op je allermooist Chinese tekens schrijft.
Het is belangrijk dat je de tekens op een bepaalde manier schrijft. Dus als je het streepje van links naar rechts trekt in plaats van naar rechts naar links, is dat dus eigenlijk al fout. Ook moet je de strepen en lijnen in één keer trekken en dus niet met je pen vijf keer een lijntje trekken. Een vrij specifiek schrift dus, dat Chinees!
Welke talen zijn er?
Er zijn 56 bevolkingsgroepen, een bevolkingsgroep is een deel van de bevolking. Elke groep heeft een taal. Er zijn dus 56 talen, maar er zijn ook heel veel dialecten. Mandarijn Chinees is de hoofdtaal van China. Drie Chinese talen staan in de top 25 van de wereld: op nummer 1 staat Mandarijn Chinees, op nummer 23 staat Min Nan, en op nummer 24 staat Jinyu. Twintig procent van de wereldbevolking spreekt Chinees.
Waarom is de uitspraak zo belangrijk?
Er zijn vier verschillende tonen: mā, má, mǎ en má. Het verschil lijkt misschien niet groot, maar dat is het wel. Mā = moeder, má = hennep (linnen), mǎ = paard en má = uitschelden. Je kan je dan waarschijnlijk wel voorstellen dat als je ‘mā má mǎ’ zegt (dat betekent: moeder scheldt paard uit) dan maakt dat heel wat verschil met ‘mǎ má mā’ (dat betekent: paard scheldt moeder uit). Dan klinkt dat nogal gek. Daarom is de uitspraak zo belangrijk!
Kyra, Fleur, Phyllis en Martijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten